Door Gilles Moëc, AXA Group Chief Economist en Head of AXA IM Research
-
Escalatie in het Midden-Oosten voegt extra onzekerheid toe
- Amerikaanse inflatie blijft voorlopig gematigd. Effect van tarieven laat mogelijk trager sporen na dan in 2018-2019
'
- Waller presenteert een sterk “dovish” standpunt voor de Fed – maar dat is (nog) niet aan de orde: Fed blijft best bij een afwachtende houding
De Federal Open Market Committee (FOMC) komt deze week opnieuw samen, maar de algemene onzekerheid is nauwelijks verminderd sinds de vorige vergadering. Enerzijds is het waar dat de handelsspanningen hebben plaatsgemaakt voor overleg – al is de uitkomst daarvan nog allerminst zeker. Anderzijds zet de toegenomen spanningen in het Midden-Oosten een vraagteken achter een van de weinige meewinden die de wereldeconomie recentelijk nog ondersteunden: de daling van de olieprijzen. Wij volgen in dit kader twee factoren nauwlettend op om het risico op een aanhoudende olieschok te beoordelen: hoe de Golfstaten – en met name Saoedi-Arabië – zich zullen opstellen wat betreft de olieproductie, en hoe groot de kans is op verstoring van oliedoorvoer via de Straat van Hormuz. Hoewel het nog vroeg is om conclusies te trekken, lijkt het risico voorlopig beheersbaar.
Zonder deze externe schokken – de tarieven en de olieprijs – zou men kunnen stellen dat de Fed haar post-pandemische beleidscyclus succesvol heeft afgerond, om Christine Lagarde's recente formulering over de ECB te parafraseren. De Amerikaanse inflatiecijfers voor mei waren bijzonder bemoedigend. Het is opvallend dat er nog geen tastbare tekenen zijn dat de nieuwe tarieven beginnen door te sijpelen. Zelfs de prijzen van kerncomponenten bij industriële goederen bleven gematigd, wat het eerdere oordeel van de Fed – tijdens de handelsoorlog van 2018-2019 – over een snelle doorwerking lijkt tegen te spreken. Een belangrijk verschil met toen is echter dat Amerikaanse bedrijven zich dit keer veel beter hadden voorbereid. Voorraadopbouw kan de impact tijdelijk dempen.
Hoewel de Fed deze week zeer waarschijnlijk haar “afwachtende houding” bevestigt, kan de dot plot voor 2026 en 2027 toch onderlinge verdeeldheid tonen. Er tekenen zich clusters af van zowel haviken als duiven, met verschillende inschattingen over het risico op hardnekkige inflatie in de VS. In dat verband analyseren we de recente toespraak van Christopher Waller, die op overtuigende wijze het duifachtige standpunt verdedigt. Sommige van zijn argumenten klinken aantrekkelijk, al verzwakt het huidige harde immigratiebeleid zijn stelling over de normalisering van het Amerikaanse arbeidsaanbod. Belangrijk om te benadrukken is dat zijn visie vooral relevant is voor het uiteindelijke rentepeil – en de vraag of de Fed in de richting van verruiming kan evolueren – veeleer dan voor het monetaire beleid op korte termijn.